Zwarte komijn
Zwart komijnzaad (Black Seed, Nigella sativa), rijk aan essentiële onverzadigde vetzuren en vitamine E met een muskaatnootachtige smaak.
In de keuken worden meestal geroosterde zwarte komijnzaden gebruikt, dit komt door de muskaatnootachtige smaak die de zwarte zaadjes dan hebben. Nigellazaden wordt veel gebruikt in de Indiase, Griekse, Egyptische, Perzische en Turkse keuken om brood te versieren, of gemalen om vleesgerechten op smaak te brengen.
Om de muskaatnootachtige smaak te krijgen dien je ze even in de koekenpan te roosteren. Zwarte komijn wordt veel gebruikt om brood te versieren, in chutneys maar ook om vlees te kruiden.
Algemene informatie
Zwarte komijn als geneesmiddel
Zwarte komijn wordt sinds de oudheid gebruikt als geneesmiddel. Het plantendeel dat het meest wordt gebruikt zijn de zaden, vooral de olie die wordt gewonnen uit deze zaden. Abou Hourayra heeft overgeleverd dat Mohammed gezegd zou hebben: “Gebruik zwarte komijn, het is een geneesmiddel tegen elke kwaal, behalve de dood”. Dit verklaart dat tot op heden in islamitische gemeenschappen over de hele wereld zwarte komijn en in het bijzonder olie gewonnen uit deze zaden te vinden is.
Achtergrond & geschiedenis
Zwarte komijn (Latijn: Nigella sativa), ook bekend als nootmuskaatbloem of black seed, is de bekendste soort van de Nigellafamilie.
Nigella zaden zijn klein, zwart en hebben een ruw oppervlak, een fijn aroma en een rokerige smaak met pittige tonen van ui en oregano, en bevatten olie die rijk is aan essentiële onverzadigde vetzuren en vitamine E.
Van de nigella zaden wordt ook zaadolie gemaakt en dit is vooral in Islamitische landen een veel gebruikt product.
Ondanks de naam zwarte komijn, heeft de plant niets te maken met de gewone komijn (Cuminum cyminum), die vroeger in elke kruidentuin voorkwam. Het heeft ook niets te maken met de echte zwarte komijn (Bunium persicum), die gekweekt wordt in Afghanistan, Pakistan, Kashmir en India.
In het oude Egypte heeft men zwarte komijn gevonden dat was meegegeven in de graven van edelen. Enkel heel waardevolle zaken die nodig waren voor het hiernamaals werden uiteraard in deze graven gelegd, waaruit het belang van zwarte komijn blijkt.
Later vindt men deze plant terug bij Hippocrates en Dioscoredes en via hun geschriften wordt deze plant opgenomen in kruidenboeken in de Middeleeuwen.
Ibn Sina (980-1037) beschrijft deze plant als energieleverancier en geschikt tegen vermoeidheid en depressiviteit. De toepassingen die hij voorschreef waren zowel uitwendig (eczeem, haaruitval) als ook inwendig (incontinentie, galstenen, verstopping, enzovoorts).